A.c.I.


(Accusativus cum Infinitivo)

 

De AcI is een legendarisch Latijns fenomeen. Maar ook in het Nederlands wordt hij gebruikt:
Wij horen de dominee voorbijgaan en Wij zien de vrienden komen en Ik zie de fietser vallen.

Wij horen of zien (wie of wat) de dominee, de vrienden, de fietser en zij gaan voorbij, komen, vallen.

Dat is dus een accusativus (de dominee, de vrienden, de fietser)
met een infinitivus (voorbijgaan, komen, vallen).

In het Nederlands komt de AcI niet zo vaak voor, maar het Latijn kent vele mogelijkheden.
De Latijnse AcI kan bijna nooit letterlijk vertaald worden. Wij gebruiken daarom meestal een zin met dat.

... zien, dat ... horen, dat ... geloven, dat ... toestaan, dat ... goedkeuren, dat ...
... zeggen, dat ... blij zijn, dat ... vertellen, dat ... etc

De AcI wordt wel een beknopte bijzijn genoemd; de accusativus: subjectsaccusativus; de infinitief: predicaatsinfinitief.

Voorbeelden:

Marcus amicum venire videtMarcus ziet zijn vriend komen.
Marcus ziet dat zijn vriend komt.
Cives Romani Octavianum Augustum Romam pulchris aedificiis ornavisse sciunt.De Romeinse Burgers weten dat Octavianus Augustus Rome met mooie gebouwen heeft opgesierd.

Meer voorbeelden