Reflexieve pronomina personalia zijn persoonlijke voornaamwoorden in de derde persoon singularis en pluralis
die direct betrekking hebben op het onderwerp van een zin.
nominativus | - | - |
genitivus | sui | (van) zich(zelf) |
dativus | sibi | zich(zelf) |
accusativus | se | zich(zelf) |
ablativus | a se, secum | van zich(zelf), met zich(zelf) |
Voorbeelden:
Princeps memoriam sui servat | De princeps bewaart de herinnering aan (van) zichzelf |
Animos civium sibi conciliat | Hij wint de harten van de burgers voor zich |
Pater in filio suo se videt | De vader ziet zichzelf in zijn zoon |
Senator de se narrat | De senator vertelt over zichzelf |
De reflexieve pronomina possessiva suus, sua, suum (zijn, haar) hebben eveneens betrekking op het onderwerp.
Voorbeeld:
Pater de filio suo narrat | De vader verteld over zijn zoon |
Hier wordt de eigen zoon bedoeld. Het pronomen possessivum suo heeft hier betrekking op het onderwerp: de vader.
Gaat het over de zoon van iemand anders, dan zeg je in het Latijn:
de filio eius | over zijn (diens) zoon |
|