Notitiae linguae Latinae


(pronomina reflexiva)

relativia

Reflexieve pronomina personalia zijn persoonlijke voornaamwoorden in de derde persoon singularis en pluralis die direct betrekking hebben op het onderwerp van een zin.

nominativus--
genitivussui(van) zich(zelf)
dativussibizich(zelf)
accusativussezich(zelf)
ablativusa se, secumvan zich(zelf), met zich(zelf)

Voorbeelden:

Princeps memoriam sui servatDe princeps bewaart de herinnering aan (van) zichzelf
Animos civium sibi conciliatHij wint de harten van de burgers voor zich
Pater in filio suo se videtDe vader ziet zichzelf in zijn zoon
Senator de se narratDe senator vertelt over zichzelf

De reflexieve pronomina possessiva suus, sua, suum (zijn, haar) hebben eveneens betrekking op het onderwerp.

Voorbeeld:

Pater de filio suo narratDe vader verteld over zijn zoon

Hier wordt de eigen zoon bedoeld. Het pronomen possessivum suo heeft hier betrekking op het onderwerp: de vader.
Gaat het over de zoon van iemand anders, dan zeg je in het Latijn:

de filio eiusover zijn (diens) zoon