Verba linguae Latinae


(numerus - getal en persoon)

genus verbi
 

Het Latijn kent net als het Nederlands 3 personen, zowel enkelvoud (singularis) als meervoud (pluralis):

Enk. 1e p: ik, 2e p: jij, 3e p: hij/zij/het - Mv. 1e p: wij, 2e p: jullie, 3e p: zij

In tegenstelling tot het Nederlands kent het Latijnse werkwoord verschillende uitgangen voor elke combinatie van persoon en getal. Het Latijn heeft geen persoonlijk voornaamwoord nodig om duidelijk te maken wie iets doet (net als het Italiaans).

Zo betekent ambulo - ik loop en ambulatis - jullie lopen.

Zonder dat een persoonlijk voornaamwoord nodig is.