Verba linguae Latinae

e-stam
(praesens) - imperfectum - futurum - perfectum - plusquamperfectum - futurum exactum

De praesens actief van een a-stam wordt gevormd met de praesensstam en de persoonsuitgangen:

-o, -s, -t, -mus, -tis, -nt

De praesens passief van een a-stam wordt gevormd met de praesensstam en de persoonsuitgangen:

-or, -ris, -tur, -mur, -mini, -ntur

Voorbeeld a-stam (1) vocare (infinitivus) - roepen, voca- (praesensstam):

vocareroepenvocariworden geroepen
vocoik roepvocorik word geroepen
vocasjij roeptvocarisjij wordt geroepen
vocathij/zij/het roeptvocaturhij/zij/het wordt geroepen
vocamuswij roepenvocamurwij worden geroepen
vocatisjullie roepenvocaminijullie worden geroepen
vocantzij roepenvocanturzij worden geroepen

NB: de a bij voco en vocor verdwijnt!